handen in elkaar

Zomaar een quote van zomaar een klant. Een zorgwekkend signaal, omdat de nieuwe Wmo erop gericht is dat mensen juist niet meer zo denken. In de Wmo wordt de ‘eigen kracht’ benadrukt, wat zoveel inhoudt dat hij zelf als eerste verantwoordelijk is voor aanpassingen in de woning. Of de burger dit beseft, is maar de vraag. De quote van de klant bewijst dat nog lang niet iedereen hiervan doordrongen is. Er is dus werk aan de winkel. Maar hoe? En wanneer? Op het moment dat de zorgvraag acuut is en de burger op zijn zwakst is, lijkt het aanspreken van de ‘eigen kracht’ niet een goed moment. Daarbij: wie gaat de burger inlichten? De meeste gemeenten lichten hun burgers niet tijdig en niet actief voor over het aanspreken van de ‘eigen kracht’. Moet de burger dit zelf bedenken? Of komt hij er te laat achter dat van hem heel veel verwacht wordt?

 

Het bijzondere is dat uit onderzoek blijkt dat mensen zich wel verantwoordelijk voelen voor het aanpassen van de woning. Daarbij komt uit gemeenteland het bericht dat steeds minder hulpmiddelen verstrekt worden. Je zou dus kunnen zeggen dat het er rooskleurig uitziet. Maar is dat ook daadwerkelijk zo? De ANBO heeft een noodfonds opgezet: als de gemeente niet thuis geeft, en dat gebeurt nogal eens, dan regelen zij voorzieningen op grond van giften. Dit hulpfonds is ontstaan omdat bleek dat mensen te vaak aan hun lot werden overgelaten. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat mensen zich dan wel verantwoordelijk voelen voor het aanpassen van de woning, maar vervolgens praktisch nooit preventief actie ondernemen.

 

Ik pleit ervoor dat gemeenten veel actiever en veel eerder gaan voorlichten over de werking van het nieuwe stelsel waarin ‘eigen kracht’ centraal staat. Zo kan de burger zich (financieel) veel beter voorbereiden. Daarnaast zouden gemeenten de burgers ook moeten ondersteunen door hen tijdig inzicht te geven in de (on)mogelijkheden van hun woning. Het gevolg hiervan is dat de burger veel beter in staat is de eigen regie te behouden. ‘Eigen kracht’ wordt dan een gedragen en volwaardige term in plaats van een verschuiving van verantwoordelijkheden.